Schipper je hoeft je niet te verdedigen.
je kan het ook gewoon fout hebben
elk voetventiel is instelbaar.
de procedure
Het inregelen van een CV-installatie met radiatoren kan met twee methoden, te
weten:
• voorinstelmethode
• temperatuurmethode
6.1 Inregelen volgens de voorinstelmethode
De voorinstelmethode is de methode die bij voorkeur wordt toegepast in
nieuwbouw- of gerenoveerde woningen. Het is een methode waarbij het
inregelen van de inregelafsluiters gebeurt op basis van theoretisch bepaalde
standen. De in te stellen standen worden bepaald met behulp van een
leidingnetberekening. Ook wordt de stand van eventuele hoofdinregelafsluiters
berekend, evenals de in te stellen pompstand.
6.1.1. Inregelstaat
Met behulp van de leidingnetberekening wordt een inregelstaat gemaakt. De inregelstaat
is de basis voor het uiteindelijke ‘inregelrapport’. In ISSO-publicatie
56 is de ‘standaard’-inhoud van de inregelstaat gegeven op specificatieblad 4.2.
Voor een cluster nieuwbouwwoningen wordt altijd één inregelstaat gemaakt. De
benodigde gegevens voor het inregelen worden hierin per woningtype
opgenomen. Een voorbeeld van een inregelrapport is opgenomen in hoofdstuk
11.
Deze inregelstaat is bedoeld om de technicus die het inregelen uitvoert, van alle
benodigde gegevens te voorzien. Een goede inregelstaat bevat de volgende
gegevens:
Algemene Gegevens
• Projectnaam en locatie
• Adressen van de woningen waarvoer de inregelstaat van toepassing is
• Datum uitvoering
• Naam en adres van het bedrijf dat de werkvoorbereiding verzorgt
• Naam en adres van het bedrijf dat de inregeling verzorgt
Schematische tekening van de hydraulische schakeling met daarin:
• Leidingschema
• Pompen
• Radiatoren
• Inregelafsluiters
Ontwerpgegevens en rekenresultaten
• Merk en type pomp
• Merk en type inregelafsluiters (voetventielen, onderblokken of dubbel instelbare radiatorkranen)
• Locatie van de inregelafsluiters
• Instelstanden van de inregelafsluiters
• Ontwerpvermogens van de warmtegebruikers
• Ontwerp aanvoer- en retourtemperatuur
• Ontwerpvolumestromen
• Instelstanden van de circulatiepomp(en)
Inregelgereedschap
• Vaak is dit een inbussleutel en/of een schroevendraaier. Het komt ook voor
dat een speciaal sleuteltje van de fabrikant nodig is.
je kan het ook gewoon fout hebben

elk voetventiel is instelbaar.
de procedure
Het inregelen van een CV-installatie met radiatoren kan met twee methoden, te
weten:
• voorinstelmethode
• temperatuurmethode
6.1 Inregelen volgens de voorinstelmethode
De voorinstelmethode is de methode die bij voorkeur wordt toegepast in
nieuwbouw- of gerenoveerde woningen. Het is een methode waarbij het
inregelen van de inregelafsluiters gebeurt op basis van theoretisch bepaalde
standen. De in te stellen standen worden bepaald met behulp van een
leidingnetberekening. Ook wordt de stand van eventuele hoofdinregelafsluiters
berekend, evenals de in te stellen pompstand.
6.1.1. Inregelstaat
Met behulp van de leidingnetberekening wordt een inregelstaat gemaakt. De inregelstaat
is de basis voor het uiteindelijke ‘inregelrapport’. In ISSO-publicatie
56 is de ‘standaard’-inhoud van de inregelstaat gegeven op specificatieblad 4.2.
Voor een cluster nieuwbouwwoningen wordt altijd één inregelstaat gemaakt. De
benodigde gegevens voor het inregelen worden hierin per woningtype
opgenomen. Een voorbeeld van een inregelrapport is opgenomen in hoofdstuk
11.
Deze inregelstaat is bedoeld om de technicus die het inregelen uitvoert, van alle
benodigde gegevens te voorzien. Een goede inregelstaat bevat de volgende
gegevens:
Algemene Gegevens
• Projectnaam en locatie
• Adressen van de woningen waarvoer de inregelstaat van toepassing is
• Datum uitvoering
• Naam en adres van het bedrijf dat de werkvoorbereiding verzorgt
• Naam en adres van het bedrijf dat de inregeling verzorgt
Schematische tekening van de hydraulische schakeling met daarin:
• Leidingschema
• Pompen
• Radiatoren
• Inregelafsluiters
Ontwerpgegevens en rekenresultaten
• Merk en type pomp
• Merk en type inregelafsluiters (voetventielen, onderblokken of dubbel instelbare radiatorkranen)
• Locatie van de inregelafsluiters
• Instelstanden van de inregelafsluiters
• Ontwerpvermogens van de warmtegebruikers
• Ontwerp aanvoer- en retourtemperatuur
• Ontwerpvolumestromen
• Instelstanden van de circulatiepomp(en)
Inregelgereedschap
• Vaak is dit een inbussleutel en/of een schroevendraaier. Het komt ook voor
dat een speciaal sleuteltje van de fabrikant nodig is.