Ons dak is aan vernieuwing van de pannen toe. Bij het zoeken naar de levensduur van het (bijna 40 jaar oude) zinkwerk (goten en kilgoten, buiten-zijwandjes van een dakkapel) kom ik nogal wat tegenstrijdige berichten tegen. Wij hebben in al die jaren slechts één keer lekkage gehad door een kapotte naad.
"Zink is onverwoestbaar en kan 125 jaar meegaan" tot "Een goot van 20-25 jaar oud is aan vervanging toe". Waarbij het belang van de dakdekker uiteraard een stevig woordje mee zal spreken. Waar ligt ergens de waarheid?
1) Zit de mindere duurzaamheid vooral in de naden, en niet in het materiaal zelf? En begint die 40 jaar dan inderdaad riskant te worden?
2) Zijn kilgoten (of zo'n dakkapel zijwandje) veel duurzamer/minder kwetsbaar omdat er geen water in kan blijven staan?
Het scheelt een behoorlijke slok op een borrel als ook al het zink vervangen moet gaan worden (het is een qua vorm tamelijk gecompliceerd dak met veel zink) , waar uiteraard ook een dakdekker op zal aansturen.
"Zink is onverwoestbaar en kan 125 jaar meegaan" tot "Een goot van 20-25 jaar oud is aan vervanging toe". Waarbij het belang van de dakdekker uiteraard een stevig woordje mee zal spreken. Waar ligt ergens de waarheid?
1) Zit de mindere duurzaamheid vooral in de naden, en niet in het materiaal zelf? En begint die 40 jaar dan inderdaad riskant te worden?
2) Zijn kilgoten (of zo'n dakkapel zijwandje) veel duurzamer/minder kwetsbaar omdat er geen water in kan blijven staan?
Het scheelt een behoorlijke slok op een borrel als ook al het zink vervangen moet gaan worden (het is een qua vorm tamelijk gecompliceerd dak met veel zink) , waar uiteraard ook een dakdekker op zal aansturen.