Tjemig... Hoe iets simpels ingewikkeld gemaakt kan worden :D
1. Er wordt een onbekende hoeveelheid water door de ketel verwarmd van 28 naar 58,5 graden, dus 30,5 graden toename
2. Dit water wordt getransporteerd
3. Na transport is de temperatuur 51,5 graden, dat is 7 graden afname
Conclusie: door transport gaat 7 van de 30 graden verloren. (Qua eenheden is dit natuurlijk ook onzin, maar wel duidelijk. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: van de energie die gebruikt is om het water te verwarmen van 28 naar 58,5 is de energie die gebruikt is om het water te verwarmen van 51,5 naar 58,5 verloren gegaan door transport.)
En voor deze rekensom hoef je echt niet te weten om hoeveel water het gaat.
1. Er wordt een onbekende hoeveelheid water door de ketel verwarmd van 28 naar 58,5 graden, dus 30,5 graden toename
2. Dit water wordt getransporteerd
3. Na transport is de temperatuur 51,5 graden, dat is 7 graden afname
Conclusie: door transport gaat 7 van de 30 graden verloren. (Qua eenheden is dit natuurlijk ook onzin, maar wel duidelijk. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: van de energie die gebruikt is om het water te verwarmen van 28 naar 58,5 is de energie die gebruikt is om het water te verwarmen van 51,5 naar 58,5 verloren gegaan door transport.)
En voor deze rekensom hoef je echt niet te weten om hoeveel water het gaat.